Het was op een zondag avond in het begin van 1970 dat ik met mijn drie jaar jongere zusje lijn 1 vanaf het Dijkgraafplein in Osdorp naar de Elandsgracht pakte en vervolgens lijn 10 naar de Roeterstraat. In een bioscoop in die straat, Kriterion, draaide er een film die gemaakt is door Barbet Schroeder en de veelbelovende titel had van het gelijknamige album van Pink Floyd, More. Ze had pas haar baan als verkoopster bij Hirsch aan het Leidseplein verruild voor baantjes die meer vrijheid boden dan Hirsch dat deed. Uitzendburo,s waren voor ons in die tijd heel aantrekkelijk. Het was ook op die avond dat we weer terug gingen met de tram naar huis. Moeizaam welliswaar omdat de bovenleidingen voor de stroomvoorziening van de trams op dat late uur versierd werden met een laag ijssel. Al knetterend kwamen we gelukkig toch vooruit. Zoals gebruikelijk spraken we tijdens die terugrit over de film die we zo juist gezien hadden. Het bleek een eerste kennismaking geweest te zijn met de wereld van de psychedelische middeltjes voor m,n zus. Ze wilde weten hoe ik mijn joints maakte. Thuis heb ik dat, net zo duidelijk als dat een leerkracht zou doen, vol overuiging gedaan. Hasj hoorde uiteindelijk bij het leven in die jaren van peace en flowers.
Iedere vrijdag aan het eind van onze werkdagen zagen we elkaar bij Studia, een uitzendburo aan het Weteringsplantsoen om onze centen op te halen tegen inlevering van onze werkbriefjes. En het waren, na het zien van die film, de laatste weken dat ik wit van het meel dat in m,n haren zat omdat ik op het Prinseneiland bij een klein bedrijfje werkte dat de meelzakken van bedrijven zoals Meneba schoon klopte bij Studia m,n geld kwam innen en daar mijn zus zou zien. En de laatste weken van mijn zus die bruin van de cacau van een chocoladefabriek in Bussem ook haar geld kwam innen. En zomaar op een vrijdag was ze er niet. En de dames van het uitzendburo snapten daar, net als ik , niets van. Toen ik later die avond thuis kwam trof ik een verontruste vader en moeder aan. Waar is ze, ze is nog lang niet thuis.
Ze kwam ook niet meer thuis. Ze had haar plekje gevonden in een kraakpand aan de Korte Keizers Dwarsstraat, een straat die verdwenen is uit de tot de dood veroordeelde Nieuwmarktbuurt, ter dood veroordeeld omdat men er zo nodig een trambaan onder de grond wilde stoppen. Ik was de enige die haar sinds dien heel regelmatig bezocht. M,n ouders deden dat niet, net zo min als m,n andere zussen en broertjes. Wel kwam ze , voor haar doen regelmatig, wel op sommige vrijdag-avonden thuis met haar vrienden zoals Leo van der Zalm en z,n broer om te douchen.
Ook ik verdween uit een leven zoals dat gebruikelijk was en ook ik woonde op het laatst op de boot van Leo van der Zalm schuin tegenover de Montelbaanstoren aan de Oude Schans. En ook ik was minstens vijf dagen en nachten op, met behulp van perventine. Totdat ik op een gegeven moment mezelf de vraag stelde wat ik nu eigenlijk met m,n leven wilde doen. Of ik zo door wou gaan of dat ik voor het leven zou kiezen. Ik begreep dat het junkenbestaan niet zoveel kansen biedt op een lang leven.
Ik heb op de momenten dat m,n zus echt even clean moest worden om het leven te kunnen behouden haar mijn psych uitgeleend. Een wat oudere begripvolle psychiater die a la minuut een spoedopname voor haar kon regelen in een inrichting ergens in de duinen in de buurt van onze hoofdstad. Heel moeizaam maar beetje bij beetje is mijn zus in staat geworden om ook haar leven als junk vaarwel te zeggen. En verruilde zij de speed voor parachutte springen en andere vrienden. En verruilde zij die kleine gevaarlijke junkenwereld voor de rust die zij in het Duitse Werther bij Bieleveld op een boerderij bij een vriend vond. En heeft ze nog zo,n twintig jaren geleefd, niet altijd met dezelfde vrienden en niet altijd in dezelfde landen. Haar rijbewijzen voor motor en auto bewezen dat, ze had van ieder drie exemplaren, een Nederlandse, Duitse en Israelische.
Gisteren was het de dag waarop ik enige jaren geleden het bericht kreeg dat m,n zus haar leven verruilde voor het eeuwige. En deze keer grijpt het me meer aan dan de vorige keren. Misschien wel omdat er twee weblogsters zijn die ook van plan waren hun leven te verruilen voor dat andere. En daar niet in slaagden.
Ik blijf van tijd tot tijd worstelen met een zeker schuldgevoel. Het was ik die haar leerde hoe je een joint moest draaien en het was ik die haar in haar laatste maanden in èèn van onze diepste gesprekken de manier vertelde hoe je het beste een einde aan je leven kan maken. Vragen als “heb ik er goed aan gedaan” en “anders zou ze het ook hebben gedaan” schieten als ijsschotsen door mijn hoofd. Ik weet dat ik er nooit een bevredigend antwoord op zal krijgen.
Wel weet ik dat ik ontzettend pissig kan worden op artsen ( medisch of psychisch) die het verdommen om junken, zwaar zieke mensen en meer die ruimte te bieden die ze nodig hebben om zelf de motivatie te krijgen om of door te gaan met hun leven of om te stoppen. Om mensen die voor zichzelf gemotiveerd te kennen geven dat hun leven zo ondragelijk is geworden en de wens hebben dat leven niet te kunnen continueren niet bij te staan. Want dat is geen hulpverlening maar terreur.
Speciaal voor m,n zus laat ik hier een nummer horen van Robbert Allan Zimmerman ofwel Shabtai Zisel Ben Avraham die we , mijn zus die zich Bleu noemde en ik, samen heel vaak draaiden in de stuurhut van de boot van Leo op de Oude Schans. In een nieuwere versie onder z,n artiestennaam Bob Dylan. En hervat ik het webloggen weer.
Beste Leibele,
Wat heb je een mooi en helder verhaal geschreven.
Ik zou mezelf echter niet de schuld geven.
Jointjes waren heel gewoon destijds. Dus, als jij het haar niet had geleerd, dan had iemand anders het gedaan.
Iedereen blowde. En iedereen probeerde altijd van alles uit.
Als ik nu nog zou roken zou ik nog steeds elke avond een blowtje roken.
En dan: je hebt je zus uitgelegd hoe je een eind aan je leven kunt maken.
Dat kun je ook overal vinden. de NVVE gaf zelfs een boekje uit: “het Schotse boekje”, waarin men van alles en nog wat kon vernemen over zorgvuldige levensbeëindiging.
Als je zus dood wilde kon niemand haar tegen houden.
Daar had ze bij geholpen moeten worden en ik begrijp je boosheid op artsen.
Zwaar, dit verhaal.
Maar wel goed om het te lezen en tegelijkertijd naar Dylan te luisteren.
Groet van Marlou
zichrona livracha
*
Bob Dylan was destijds een voorbeeld voor iedereen. Ik raakte er overigens snel weer vanaf, na het eerste jointje, waar ik overigens niet zoveel aan vond, reden ’s avonds laat twee bekenden van mij in hun lelijke eend weg. Uiteraard stoned. De begrafenis vier dagen later was indrukwekkend. Maar een hele wijze les. Ik kan me je schuldgevoelens wel voorstellen. Maar mensen hebben een eigen soms wel eigenwijze wil en doen dan toch wat ze zelf willen. Je hebt in ieder geval geprobeerd om wat voor haar te doen, en het lukte, deels. Maar het blijven herinneringen die je nooit meer loslaten…
Een schuldgevoel zou ik niet hebben, als iemand iets wil dan doen ze het meestal toch wel, in sommige andere gevallen kan het ook een schreeuw om aandacht zijn. Het junken leven ken ik zelf ook erg goed en ook daar uit gekomen, dat is niet de reden natuurlijk om een eind te maken aan een leven maar juist het tegenovergestelde. Een begin, wat mij later weer is afgenomen door de pharmaceutishe industustrie
Het had niet veel anders kunnen lopen. Jammer dat er altijd weer mensen zijn die een ander de rug toekeren als het even wat minder goed gaat. Ik neem dat mensen niet kwalijk. Zij vinden de ellende van een ander vaak te confronterend.
Goh, wat een herinneringen! Ja, Johnny van Doorn…da’s een tijdje terug.
Een pittig log dit, maar je moet geen schuldgevoel hebben. Anders had een ander haar wel geleerd een joitn te maken denk ik dan.
mja, haar keus is haar keus.
En of je er goed aan gedaan hebt of niet, doet er eigenlijk niet toe. Zij deed het.
Ik was vandaag bij een man, een gek.
Die zat zonder stroom en zonder gas, en mopperde hevig op de woningcorporatie.
Eigenlijk gewoon zielig.
Maar ja, daar doet men dan niks aan, men laat elkaar gewoon aan hun lot over…
Ik ben van dec. 71 het is dus voor mijn tijd, de plaatsen ken ik zeker wel maar die namen etc. en mensen dus niet. Jezelf de schuld geven is natuurlijk erg logisch maar dat zou ik laten, ik wil je aanraden na een bewogen leven van je zus, om haar juist te zien als ze is vrij nu…
Heel veel sterkte de komende tijd.
XXX
@Marlou: Zo was dat tijdsbeeld ook, vooral veel vrijheid. En we deden dat wat we wilden. Maar ook de hulpverlening, iets dat tegenwoordig “ZORG” heet was toen veel beter. Zorg dus dat haar niet meer geboden werd in haar laatste maanden toen het echt noodzakelijk was.
@Me: Het middeltje dat m,n zus bevrijdde van het leven , insuline, werkte in ieder geval uitstekend. En die herinnering raak ik natuurlijk nooit meer kweit.
@Mannie: Het was natuurlijk heel jammer dat wij nog niet wisten dat de medicijnen fabrikant van haar kuur die ze in het Erasmus Ziekenhuis kreeg de noodlottige bijwerking met zich mee droeg dat de doodswens van sommige gebruikers bevorderd.
@Terrebel: Die onverschilligheid ten opzichte van deze mensen is niet aan een bepaalde tijd gebonden. in iedere eeuw van de menselijke geschiedenis vinden we het terug. Maar in deze tijd valt het natuurlijk meer op.
In creatief opzicht is die tijd van Jonnie van Doorn, Leo en Simon Vinkenoog heel productief geweest met een niet te onderschatten invloed op latere kunstenaars.
@Redstar: Schuldgevoel past natuurlijk ook niet, ik weet dat. Maar toch, ergens blijft er twijfel hangen bij mij ik het niet anders had kunnen doen. Ik weet ook dat die gedachte niet reëel is
@Renesmurf: Een “gek” is iemand die zich defiant gedraagt. Iemand dus die zich niet aan de ONGESCHREVEN REGELS houdt die normaliter braaf gevolgd worden door de mens in een samenleving. En daar heeft de gewone mens een straf voor bedacht die gruwelijk is: gekken worden verbannen uit de maatschappij.
@Morgaine: Vrij is m,n zus altijd geweest. De meeste mensen zouden wat dat betreft jaloers op haar kunnen zijn. In mijn her-innering aan haar geniet ik nog steeds. En dat schuldgevoel is, daar ben ik van overuigd, niet echt reëel te noemen, begrijpelijk wel.
soms missen mensen in hun leven het vaste-grond-onder-de-voeten gevoel, waardoor ze ook heel makkelijk in welke vorm ook van verslaving kunnen vallen.
aan de andere kant benijden we ze, omdat het als vrije vlinders zijn, niet vastzitten aan vastgeroeste normen en waarden.
jouw zus heeft haar leven op haar manier geleefd en is weggevlogen op haar eigen manier.
haar keus, nooit, echt nooit jouw schuld.
maar ik ben het met je een, (ook in mijn omgeving heb ik geleerd) dat de geestelijke gezondheid zorg met regelmaat forse steken laat vallen.
het gaat tenslotte over mensen:)))
@Assayya: Je hebt het heel mooi gezegd. En natuurlijk is het zo dat over het algemeen ieder mens zelf zijn eigen keuzes maakt. Nadat ze uit de “scene” was gestapt heeft ze dat vaste in zekere mate gevonden door opleidingen en “goede banen”. En in het geniep voor de misjpoche deed ze nog een studie Rechten waar zij op het moment van haar dood al ver gevorderd in was.
Niet alleen de Geestelijke gezondheidszorg laat steken vallen, het is juist de totale zorg die faalt.
Jeetje Leibele, wat hebben jij en Mannie toch veel heftige dingen en verlies meegemaakt… Je hebt het overigens ook heel mooi geschreven, bij de architectuur/straatnamen die je noemt is een beeld te vormen, net als bij het beeld van de veranderende zorg.. Haar keuze is vast ook beinvloed door de medicijnen, als je alleen de dood voor ogen hebt, kies je niet om rechten te studeren en uit die scene te stappen –dat lukt maar erg weinig mensen heb ik begrepen (ken ook verschillende mensen in en uit de scene.) Daar is echt veel kracht, wil, moed voor nodig, om uit je eigen ziekte te stappen (men doet maar zo makkelijk of verslaafd zijn een keuze is.) Je moet je ook zeker niet schuldig voelen, zoals iedereen al zegt, iemand is niet zomaar vatbaar voor verslavingen, een raar idee dat iedereen die wel ns experimenteert meteen verslaafd zou raken (OK, ik raad het niemand aan, maar uit eigen ervaring weet ik dat je echt niet a la minute verslaafd bent als je ns wat gerookt hebt.)